Voor borstvoedingsbaby's raadt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) exclusieve borstvoeding aan voor de eerste 6 maanden van het leven, wat betekent dat ze tijdens deze periode geen extra water nodig hebben.
Moedermelk bevat alle hydratatie en voeding die een baby nodig heeft in deze vroege maanden, zelfs in hete klimaten.
Hier zijn enkele belangrijke punten waarom wateraanvulling niet nodig is voor borstvoedingsbaby's onder de 6 maanden:
- Voldoende Hydratatie: Moedermelk bestaat voor ongeveer 88% uit water en biedt voldoende hydratatie voor je baby, zelfs in warm weer.
- Risico op Voedingsonevenwichtigheid: Het geven van water aan pasgeborenen kan leiden tot een aandoening die bekend staat als watervergiftiging, wat de natriumlevels in de bloedbaan van de baby kan verdunnen en potentieel kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen zoals aanvallen, coma en zelfs hersenschade.
- Belemmering van Borstvoeding: Het geven van water aan jonge zuigelingen kan hun kleine maagjes vullen en ervoor zorgen dat ze minder geïnteresseerd zijn in borstvoeding. Dit kan leiden tot verminderde melkinnname en mogelijk invloed hebben op de gewichtstoename en groei van de baby. Het kan ook de melkproductie van de moeder beïnvloeden, omdat borstvoeding werkt op basis van een vraag- en aanbodprincipe.
- Risico op Ziekten: Het introduceren van water bij zuigelingen onder de 6 maanden kan ook het risico op ziekten door verontreinigingen verhogen, vooral in gebieden waar de waterkwaliteit mogelijk in gevaar is.
Na 6 maanden, wanneer je begint met het introduceren van vaste voedingsmiddelen, kun je ook beginnen met het aanbieden van kleine hoeveelheden water aan je baby, maar moedermelk (of flesvoeding, als je flesvoeding geeft) moet nog steeds de belangrijkste bron van voeding en hydratatie blijven. Raadpleeg altijd je kinderarts of zorgverlener over de beste praktijken voor het voeden van je baby, vooral als je je zorgen maakt over hydratatie of voeding in het algemeen.